Voor de Joden wordt het steeds moeilijker in Nederland.
In Amsterdam worden Joden steeds vaker gepest en lastig gevallen door NSB’ers en mensen van de WA.
Er zijn steeds vaker vechtpartijen tussen Joden en NSB’ers.
Bij een vechtpartij in Amsterdam gaat een NSB’er dood.
De Duitsers willen dat er een einde aan al die vechtpartijen komt.
Daarom pakken ze op 22 en 23 februari 1941 bij een razzia 425 Joodse mannen op.
De Amsterdammers komen in opstand.
Ze zijn het er niet mee eens dat die mannen zomaar zijn opgepakt.
Ze gaan staken om aan de Duitsers te laten zien wat ze er van vinden.
Er wordt o.a. gestaakt in Amsterdam, in Haarlem, de Haarlemmermeer in de Zaanstreek, Hilversum en in Utrecht. (De Februaristaking)
De Duitsers zijn woedend over de staking.
Ze schieten op de stakers. Er vallen doden en gewonden.
Er zijn veel arrestaties.
Daardoor houdt de staking na twee dagen op.
Ineens begrijpt Nederland dat de bezetting helemaal niet meevalt.
De toestand in Nederland wordt steeds slechter.
De Joodse mannen die zijn opgepakt worden naar een concentratiekamp gestuurd.
Ze zijn daar bijna allemaal omgekomen.
Joden krijgen het steeds moeilijker