Het Duitse leger valt Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk binnen.
Bombardement
Rotterdam wordt gebombardeerd.
Jodenontslag
De bezetter ontslaat alle joodse mensen die in dienst zijn van de Nederlandse staat.
Februaristaking
Veel mensen in Amsterdam en omgeving staken uit protest tegen de jodenvervolging. De bezetter maakt met harde hand een einde aan deze staking. De Februaristaking wordt jaarlijks herdacht.
Voor joden verboden
Alle parken en stranden in Nederland worden verboden gebied voor joden.
Jodenster
Alle Nederlandse joden vanaf 6 jaar moeten een jodenster op hun kleding dragen.
Concentratiekamp
De eerste groep joden uit Nederland wordt naar de concentratiekampen gebracht.
Radio
Alle Nederlanders moeten hun radio inleveren bij de bezetter.
Verzet
Een Amsterdamse verzetsgroep pleegt een aanslag op het bevolkingsregister, om kaarten met persoonsgegevens te verbranden.
Dolle dinsdag
De geallieerden zijn in opmars. Overal wordt al gefeest, maar de mensen in Nederland juichen te vroeg. Een paar weken later is wel een groot gedeelte van het zuiden van Nederland bevrijd.
Bevrijding
Het Duitse leger geeft zich over. Nederland is bevrijd. Bevrijdingsdag wordt elk jaar gevierd.
Dodenherdenking
Het begin van een traditie: 2 minuten stilte in heel Nederland ter herinnering aan de slachtoffers van de oorlog. Dit heet de dodenherdenking.